Op 13 oktober 2023 parkeert het slachtoffer rond 23 uur zijn auto op de Schoolwerf in Almere om bij een vriend op bezoek te gaan. Als hij uitstapt, ziet hij een man met een bivakmuts op hem af rennen. Het slachtoffer zet het op een lopen en probeert in te stappen bij een willekeurige automobilist die verderop in de straat staat. Drie belagers voorkomen echter dat de automobilist wegrijdt en halen het slachtoffer uit de auto. Hij wordt langdurig geschopt en geslagen, ook met een stuk hout. Ook wordt er met traangas gespoten. Omwonenden die ongewild getuige zijn van het geweld zullen later verklaren dat zij vreesden voor het leven van het slachtoffer. De drie mannen duwen het slachtoffer vervolgens hardhandig in de kofferbak en proberen vervolgens vergeefs de achterklep dicht te duwen. Ook wordt geprobeerd hem een zak over het hoofd te trekken. Als de gewaarschuwde politie arriveert, rennen de mannen weg. Alle drie worden ze korte tijd later in de buurt van het incident aangehouden. Ook wordt op een later moment een vierde persoon aangehouden op verdenking van betrokkenheid.
Bewijs
Uit het onderzoek blijkt in de visie van het Openbaar Ministerie dat de drie mannen, allen afkomstig uit België, de gewelddadigheden daadwerkelijk hebben gepleegd. Het bewijs daarvoor bestaat onder meer uit matchende DNA-sporen, belastende communicatie op de telefoons van verdachten, belastende verklaringen van aangever en diverse getuigen en camerabeelden van een nabijgelegen kinderdagverblijf. De drie zijn vervolgd voor het plegen van openlijk geweld en voor vrijheidsberoving. Van de vierde verdachte - 23 jaar oud en afkomstig uit Almere - is DNA aangetroffen op een baken dat onder de auto van het slachtoffer is gevonden. Op zijn telefoon stond een specifieke app waarmee het baken uitgelezen kon worden. Onder meer uit onderzoek naar zijn telefoon blijkt – in de visie van het Openbaar Ministerie – dat hij nauw betrokken was bij het voorbereiden en uitvoeren van de aanval. Hem wordt het medeplegen van de vrijheidsberoving verweten.
Traumatiserend
De aanval was voor het slachtoffer traumatiserend. Hij liep onder meer een gebroken oogkas en meerdere gebroken vingers op en zal waarschijnlijk blijvende schade overhouden aan de verwondingen. Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie ook zwaar meegewogen dat het heftige geweld plaats vond in de openbare ruimte en dat dit behalve op het slachtoffer ook grote impact op alle getuigen heeft gehad. Ook is meegewogen dat er een zorgvuldige voorbereiding en samenwerking heeft plaatsgevonden. Tenslotte is gekeken naar het strafblad van de verdachten en andere persoonlijke omstandigheden. Dit heeft uiteindelijk geleid tot strafeisen van driemaal drieënhalf jaar gevangenisstraf en eenmaal van twee jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
De aanleiding voor het incident is uit het onderzoek niet duidelijk geworden.
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een schadevergoeding aan het slachtoffer toe te wijzen tot een hoogte van ruim 46 duizend euro.
De rechtbank doet uitspraak op 17 juli 2024.