Naast het schietincident op 14 mei wordt de verdachte ook vervolgd voor een geweldsdelict op 19 april. Daarbij is de verdenking dat de verdachte een slachtoffer heeft geslagen, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.
Twee schoten
Uit het bewijsmateriaal wat onder andere bestaat uit camerabeelden en meerdere getuigenverklaringen blijkt, volgens het OM, dat de verdachte op 14 mei zelf de confrontatie opzocht met het slachtoffer. De verdachte bevond zich buiten een café en daagde het slachtoffer uit om naar buiten te komen. Als het slachtoffer ook daadwerkelijk naar buiten komt, pakt de verdachte direct zijn vuurwapen. Er ontstaat een handgemeen tussen de beide mannen en daarbij schiet de verdachte rakelings langs het gezicht van het slachtoffer. De worsteling tussen de mannen vervolgt en op het moment dat het stopt schiet de verdachte een tweede keer. De verdachte vuurt een kogel af op het lichaam van het slachtoffer vanaf een afstand van een paar meter. Het slachtoffer wordt in zijn schouder geraakt.
Uit onderzoek blijkt niet dat de verdachte een vooropgezet plan had om het slachtoffer te doden, daarom is er in de visie van het OM geen sprake van poging tot moord. Poging tot doodslag acht het Openbaar Ministerie wel bewezen. De verdachte heeft twee keer van dichtbij op het lichaam van het slachtoffer geschoten en hiermee de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer dodelijk gewond zou raken. “Dat er niemand is overleden of dat er niet meer mensen zijn geraakt die nacht is niet aan de verdachte te danken”, stelt de officier van justitie.
Blijvend letsel
Het Openbaar Ministerie neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij met zijn handelen veel schade heeft aangericht. “Hij deinst er niet voor terug om geweld te gebruiken in wat voor vorm dan ook”, legt de officier van justitie uit. De slachtoffers van beide incidenten hebben zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het slachtoffer van het schietincident heeft zelfs blijvend letsel. “En dan ben ik nog niet eens begonnen aan wat dit psychisch met het slachtoffer heeft gedaan.”
Bij het bepalen van de strafeis worden verschillende factoren meegewogen. Strafverzwarende is het feit dat de verdachte rondliep met een vuurwapen, dat de verdachte twee keer heeft geschoten en dat het geweld plaatsvond nabij uitgaansgelegenheden waar mensen aanwezig waren. Alles meewegende eist het OM een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar.
De rechtbank doet op 22 december uitspraak.