De politie kwam de verdachte op het spoor door het ontcijferen van versleutelde chatberichten. Uit die berichten blijkt dat de verdachte in de laatste maanden van 2020 zeer actief was in de cocaïnehandel. “De chats laten zien dat verdachte en zijn medeverdachten niet tot de onderkant van de drugswereld behoren. Dit zijn geen straatdealers die met wegwerpnokia’s grammetjes verkopen”, concludeert de officier van justitie. “De verdachte heeft door de enorme hoeveelheden drugs, geld en de PGP-telefoons laten zien dat hij opereerde in het middenkader van de georganiseerde drugshandel.”
Het bewijs in het dossier bestaat naast de chats ook uit de resultaten van de doorzoeking van het huis van de verdachte. Daar werd op 19 juli 2023 tien kilo cocaïne gevonden en bijna tienduizend euro aan contant geld. Ook de verklaringen van de verdachte zelf bevestigen, volgens het OM, zijn rol binnen de cocaïnehandel.
Ontwrichting en ondermijning
Het Openbaar Ministerie neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij met zijn handelen heeft bijgedragen aan de handel van cocaïne in Nederland. “Onze samenleving en rechtstaat hebben de afgelopen jaren gevoeld welke ontwrichtende invloed deze grootschalige drugshandel heeft”, vertelt de officier van justitie. “Van de georganiseerde drugshandel en de miljoenen die daarmee gepaard gaan, gaat in toenemende mate een ondermijnend en corrumperend effect uit.”
Bij het bepalen van de strafeis is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn strafblad en de ernst van de feiten. Zo houdt het OM in strafverlagende zin rekening met het feit dat verdachte tot op zekere hoogte openheid van zaken heeft gegeven en dat verdachte de voortgang van deze zaak niet heeft gefrustreerd.
Lange celstraf
Strafverzwarend is de enorme hoeveelheid drugs en geld die de verdachte zou hebben verhandeld of witgewassen. “1252 kilo cocaïne en bijna vier miljoen euro cash”, herhaalt de officier van justitie meerdere malen. “Deze hoeveelheden spreken tot de verbeelding en zij spreken boekdelen.” Daarom is in de visie van het OM in deze zaak alleen een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. “Dat doen wij vanuit het oogpunt van vergelding”, legt de officier van justitie uit. “Maar ook als signaal naar de samenleving dat dit soort feiten zwaar worden bestraft.”
Alles meewegende eist het Openbaar Ministerie negen jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.