ALMERE - Een 20-jarige man uit Almere is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot 6 jaar cel en tbs voor een poging tot doodslag in Almere in juli 2018. Hij probeerde het slachtoffer van het leven te beroven door met een vuurwapen op hem te schieten. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan bezit van een verboden wapen en munitie.


Schietincident
Toen het slachtoffer op 10 juli 2018 zijn huis in Almere uit liep, zag hij een man achter zijn auto staan. Hij zag ook dat de man een pistool in zijn handen had. Het slachtoffer is gaan rennen, maar werd achtervolgd door de man. Er werden meerdere schoten gelost en het slachtoffer is door één kogel in zijn bovenbeen geraakt. De schutter is vervolgens als bijrijder in een blauwe Peugeot gestapt en weggereden. Het schietincident gebeurde op klaarlichte dag.

De schutter
De rechtbank baseert het bewijs op de verklaring van het slachtoffer, die de schutter herkend heeft, op verklaringen van getuigen die ten tijde van het incident ter plaatse waren en het resultaat van onderzoek naar de Peugeot. Dat de dader bewapend naar het slachtoffer is toegereden en vervolgens achter hem aan is gerend, vindt de rechtbank onvoldoende om van voorbedachten rade te kunnen spreken. De rechtbank spreekt hem daarom vrij van poging tot moord. Voor dat laatste had de officier van justitie een gevangenisstraf van tien jaar geëist met tbs.

Eerdere veroordelingen en tbs
De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij het slachtoffer ernstig verwond heeft. Daarbij komt dat het schietincident in een openbare ruimte plaatsvond, op klaarlichte dag. Dit zorgde voor veel onrust en een onveilig gevoel binnen de samenleving. De man is eerder veroordeeld, onder andere voor het vervoeren van hard- en softdrugs en mishandeling. Ook is hij verschillende keren onderzocht door deskundigen. Zij concluderen dat er vanaf de vroege jeugd al aanwijzingen zijn voor gedragsproblematiek. Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling die zich uiteindelijk heeft ontwikkeld tot een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen hebben in het verleden diverse behandelingen geadviseerd, maar deze hebben nog niet plaatsgevonden of zijn niet gelukt. Vanwege de combinatie van de misdrijven (die steeds erger worden) en de vastgestelde persoonlijkheidsstoornis die nog niet behandeld is, is de rechtbank van oordeel dat een tbs-maatregel noodzakelijk is. Alles overwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 6 jaar en tbs passend en geboden. De rechtbank beslist ook dat de schutter een bedrag van zesduizend euro als schadevergoeding aan het slachtoffer moet betalen.